Rick Voogd

Opinie

Waarom woningcorporaties geen winstbelasting zouden moeten betalen

Vanaf het moment dat ik tweeënhalf jaar geleden begon met werken bij een woningcorporatie, ben ik mij steeds meer gaan verbazen over het feit dat woningcorporaties winstbelasting moeten betalen. Woningcorporaties volbrengen een maatschappelijke taak, maar toch schrijft de sector ieder jaar weer een dikke cheque uit aan de Belastingdienst. Een grote plus voor de staatskas, een zware min voor de betaalbaarheid en beschikbaarheid van (sociale) huurwoningen. Het is de hoogste tijd om de integrale vennootschapsbelastingplicht terug te draaien.

Maatschappelijke missie, fiscale lasten

Woningcorporaties zijn semi-overheidsorganisaties, met als belangrijkste taak het verhuren van betaalbare woningen aan landgenoten met een laag inkomen. Ook kunnen woningcorporaties een belangrijke bijdrage leveren aan het woningtekort, door tot 2030 zo’n 300.000 nieuwe huurwoningen te bouwen en te verhuren.1 Toch draagt de sector momenteel € 1,1 miljard per jaar af aan vennootschapsbelasting. Voor dat geld kunnen jaarlijks 5.500 tot 7.500 sociale huurwoningen worden gebouwd. Een welkome bijdrage aan de grote opgave die bij de sector is belegd.

Lange wachttijden voor woningzoekenden

Terwijl woningzoekenden gemiddeld zeven jaar wachten op een sociale huurwoning – met uitschieters tot veertien jaar2  – vloeit er jaarlijks een groot kapitaal vanuit de sector richting de schatkist. Geld dat keihard nodig is om onze kerntaak uit te kunnen blijven voeren. Niet alleen met nieuwbouw, maar ook met het verduurzamen van bestaande woningen. Want ook daar legt de overheid flinke eisen op. Maar hoe financier je investeringen die bij voorbaat onrendabel zijn, als je tegelijkertijd wordt afgerekend alsof je een winstgedreven vastgoedonderneming bent?

Financiële impact en juridische mogelijkheden

Het afschaffen van de vennootschapsbelastingplicht voor woningcorporaties klinkt als een goed idee, maar elk goed idee heeft ook zo zijn uitdagingen. Als door de afschaffing een gat van € 1,1 miljard in de begroting ontstaat, zal dit natuurlijk op een andere manier gedicht moeten worden. Dat lijkt mij echter niet de allergrootste uitdaging. Er zijn immers genoeg andere knoppen waaraan gedraaid kan worden.Een andere uitdaging die voormalig Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge in 2023 heeft uitgesproken, is dat de afschaffing geclassificeerd zou kunnen worden als verkapte staatssteun.3 De Minister ging destijds echter voorbij aan het verschil tussen een wettelijke vrijstelling en het afschaffen van de belastingplicht voor corporaties, die expliciet in de wet is opgenomen. Met andere woorden, doordat iemand het in 2008 een goed idee vond om woningcorporaties expliciet in de wet te benoemen als vennootschapsbelastingplichtige organisaties, betaalt de sector sindsdien deze belasting. Indien nu iemand het een goed idee vindt om de expliciete benoeming in de wet te schrappen, kan de vennootschapsbelastingplicht voor woningcorporaties eenvoudig weer teniet worden gedaan.

Oneerlijk concurreren met marktpartijen

Het afschaffen van de vennootschapsbelastingplicht voor woningcorporaties kan frictie opleveren bij commerciële partijen. Als woningcorporaties meer geld hebben om te bouwen, zou dit kunnen leiden tot een oneerlijke concurrentiestrijd. Hier ben ik het echter niet mee eens. Waar commerciële partijen een deel van hun winst uitkeren aan aandeelhouders, is dit bij woningcorporaties niet het geval. Er vloeit dus geen geld weg uit de organisatie, waardoor het prima verdedigbaar is om woningcorporaties voor de vennootschapsbelasting anders te behandelen dan commerciële partijen.

Tijd voor herbezinning

De in de Voorjaarsnota opgenomen huurbevriezing voor 2025 en 20264 is vast niemand ontgaan. Hierdoor heeft de woningcorporatiesector recent veel aandacht gekregen in de nationale media. Ook heeft de politiek de stem van de sector al te horen gekregen. Is dit dan hét moment om de vennootschapsbelastingplicht, die al jaren een doorn in het oog is, af te schaffen? De huidige Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Mona Keijzer gaat het in ieder geval ‘proberen’, als compensatie voor de misgelopen huuropbrengsten.5 Ik hoop ten zeerste dat op korte termijn vanuit politiek Den Haag een slim en doordacht plan komt om de vennootschapsbelastingplicht af te kunnen schaffen. Dat kan de sector, en de woningzoekende Nederlander, maar al te goed gebruiken.

Bronvermelding
[1] https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/volkshuisvesting/nieuwe-woningen
[2] https://www.bndestem.nl/breda/wachttijd-voor-sociale-huurwoning-gemiddeld-7-jaar-met-uitschieters-naar-14-jaar-dit-zou-een-oplossing-kunnen-zijn~a0b4303e/
[3] https://aedes.nl/belastingen/aedes-meer-mogelijkheden-om-winstbelasting-voor-corporaties-te-beperken#:~:text=Op%20basis%20van%20staatssteunregels%20kan,in%20de%20wet%20is%20opgenomen
[4] https://fiscalert.nl/belastingen/artikelen/voorjaarsnota-de-plannen-op-een-rij/
[5] https://www.rtl.nl/nieuws/politiek/artikel/5509044/mona-keijzer-winstbelasting-vennootschapsbelasting-corporaties

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *