Bram Botman

Interview

De toekomst van de accountantsopleiding #4

In het vierde deel van de serie over de toekomst acountantsopleiding is Jeffrey Liu in gesprek gegaan met Bram Botman. Hoe ervaart hij de opleiding en hoe ziet hij de toekomst? 

Kan je iets vertellen over welke opleiding je volgt en wat je doet?

Ik heb mijn HBO-Bachelor accountancy afgerond aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle (voltijd). Daarnaast heb ik mijn premaster Accounting and control behaald aan de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en volg ik momenteel de Master Accounting and Control aan de VU (deeltijd). Momenteel werk ik bij Deloitte in de Audit & Assurance.

Bereid jouw opleiding je goed voor op het werk dat je doet?

Ik vind van wel. De master is vrij breed ingestoken, aangezien dit de vooropleiding betreft voor zowel het traject naar RC als RA. Hierdoor zijn er een divers aantal relevante vakken, in de richting van financiële verslaggeving en BIV, die ik in de praktijk kan toepassen. Daartegenover staat wel dat je verplicht bent om een aantal vakken te volgen die meer neigen richting het RC-traject en hiermee niet altijd even relevant zijn voor mij.

Fijn dat je positief bent over je opleiding. Volgens mij gaat studie je ook goed af. Alleen blijkt het dat de gemiddelde student anderhalf tot twee keer zo lang doet over de opleiding dan nominaal (Rapport Stip aan de Horizon). Ligt dit aan de student of aan de opleiding?

Persoonlijk ben ik van mening dat hier de verantwoordelijkheid voornamelijk bij de student ligt. Vooropgesteld, het deeltijd traject tot accountant (RA) is verre van een gemakkelijk proces en hoeft ook zeker niet gebagatelliseerd te worden. Alleen soms mogen wij ook kritisch naar onszelf kijken. De combinatie van fulltime werken, studeren en anders hobby’s vergt een bepaalde mate van zelfdiscipline van de studenten. Een opleiding waarbij je één, hooguit twee vakken per periode volgt zou reëel moeten zijn voor de gemiddelde student. En ook ik snap dat het niet realistisch is dat iedere student zonder herkansingen slaagt, maar je opleiding nominaal afronden zou niet een uitzondering moet zijn zoals het nu wel lijkt. Hierbij ligt dan ook een belangrijke rol bij enerzijds de werkgever en anderzijds het opleidingsinstituut van de studenten om hier de gepaste begeleiding te geven.

Toch heeft het accountantsberoep te maken met een beperkte instroom. Belemmert de zwaarte van de opleiding dan niet de aantrekkelijkheid van het beroep?

Ik vind niet dat de opleiding tot accountant te zwaar is. Zoals eerder al aangegeven is het ook zeker geen makkelijke opleiding. Maar we worden opgeleid binnen een professie waar een hoge mate van verantwoordelijkheid van wordt gevraagd. Hier zal dan ook iets tegen over moeten staan. Als je daarnaast kijkt naar andere professies (advocatuur en opleiding tot arts) zijn ook dit opleidingen waarvan bekend is dat de werkdruk hoog ligt. Toch schrijven jaarlijks tienduizend studenten zich in voor de opleiding geneeskunde met een capaciteit voor maar enkele duizenden studenten. Als de werkdruk studenten afschrikt, waarom blijven deze opleidingen dan wel razend populair onder studenten?  Ik ben van mening dat de aantrekkelijkheid van het beroep nog steeds wordt belemmerd door het stigma dat rust op het vakgebied. Ons beroep wordt geassocieerd als een ‘saaie kantoorbaan’ met ellenlange dagen, waarbij ik niet zal ontkennen dat er hard gewerkt wordt, maar het negatieve beeld omtrent de accountancy is niet terecht.

Voor het verlichten van de opleiding zou ik dan ook geen voorstander zijn, en ik denk ook niet dat dit de aantrekkelijkheid van de opleiding zal bevorderen. Als afgestudeerd accountant draag je een belangrijke verantwoordelijkheid richting het maatschappelijk verkeer. Ik vrees dat het verlichten van de opleiding zal resulteren in een neerwaartse spiraal en hierdoor de kwaliteit van de afgestudeerde accountants afneemt. Ik denk niet dat dit een doel is wat wij als accountants moeten nastreven waarbij wij kwantiteit verkiezen boven kwaliteit.

Bij minder stigma van een saai beroep, zal dit tot meer inschrijvingen leiden, hetgeen tot instroom van meer talentvolle studenten leidt die de studie wel nominaal zullen afronden dan, volgens jou?

Ik ben van mening dat de instroom zeker hoger zal zijn wanneer ons beroep aantrekkelijker wordt gepresenteerd. Waar een carrière binnen de advocatuur geassocieerd kan worden met het enerverende leven zoals wordt geschetst in series zoals Suits en hiermee een positieve uitstraling uitdraagt zal dit, zeker voor twijfelende studenten, meewegen in hun keuze. Als de accountancy een vergelijkbare uitstraling kan uitdragen en niet altijd direct geassocieerd wordt met grote fraude zaken en lange werkdagen zal dit naar mijn inziens een positief effect hebben op de instroom. Of een hogere instroom per direct leidt tot meer talentvolle studenten is lastig te zeggen. Maar een hogere instroom binnen de accountancy opleiding zal waarschijnlijk wel leiden tot groot extra aantal goed opgeleide accountants. En dat is iets wat ons vakgebied goed kan gebruiken.

Hoe kijk jij ten slotte naar de nieuwe ontwikkelingen (duurzaamheid, IT et cetera)? Ondanks dat de opleiding al erg vol zit, hebben we te maken met steeds meer onderwerpen die we moeten beheersen. Moeten die nog in de opleiding komen?

De tegenhanger van het verlichten van de opleiding is inderdaad dat we ook nieuwe uitdagingen tegemoetkomen, zoals IT en duurzaamheid. Ik vind dat we selectief moeten zijn in hoeverre wij de opleiding blijven uitbreiden, waarbij wij onderwerpen als IT en duurzaamheid moeten zien als een specialisme. Hierbij zou ik dan ook de mate van diepgang binnen de master beperken (niet uitsluiten) en vooral nadruk leggen op de basisvaardigheden die wij als accountants nodig hebben om te kunnen starten binnen het vakgebied.

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *