Sandra Schreuder

Achtergrond

De Accountantskamer: zegen of vloek?

In 2020 ben ik Voorzitter geworden van de Accountantskamer. Eerder heb ik gewerkt als advocaat en senior-rechter bij Rechtbank Overijssel en soms behandel ik klachten over professionals in de gezondheidszorg.

Ik zag bij mijn aantreden een naar binnen gerichte Accountancy-sector met veel discussie in de media over de kwaliteit van de wettelijke controle en over de poortwachtersrol van accountants, met woorden als prestatiekloof, polarisatie en gestold wantrouwen. Anno 2024 zie ik een voorzichtige omwenteling vanuit young professionals met initiatieven waarmee de benodigde veranderbereidheid van de sector wordt aangewakkerd!

Wat doet de Accountantskamer?
Na grote boekhoudschandalen trad de nieuwe Wet toezicht accountantsorganisaties in werking in 2006, de wettelijke verankering van de kwaliteitseisen voor wettelijke controles en het toezicht daarop. Gevolgd door de oprichting van de Accountantskamer om met tuchtrecht het maatschappelijk vertrouwen in de sector te herstellen. Het tuchtrecht speelt een belangrijke rol in de bevordering van de kwaliteit van het werk van de accountant. Het heeft een educatieve en disciplinerende werking. Ik heb inmiddels menig rapport voorbij zien komen met aanbevelingen voor de sector. Als tuchtrechter staan we te midden van die discussie. Wij gaan erover of de individuele aangeklaagde accountant – en dus niet zijn organisatie – het werk goed heeft gedaan. De aangeklaagde heeft recht op een onpartijdig “eerlijk proces” zonder vooroordeel. Dat is als kernwaarde verankerd in de Accountantskamer.

Vaak wordt mij gevraagd, gaat dat accountantstuchtrecht niet veel over cijfers? Dat valt mee! Tuchtrecht gaat allereerst over gedrag en over rotte appels of onrijpe peren. En waar gewerkt wordt, vallen spaanders. Ieder mens, en dus iedere professional maakt fouten. Soms is de fout een eenmalige uitglijder, een afdwaling of vergissing, soms een bewuste overtreding van beroepsregels. Het maakt voor de beoordeling van een klacht nogal uit of het een gebrek aan vakmanschap is of grove onkunde, ook voor de zwaarte van de maatregel die we opleggen bij een gegronde klacht.

De behandeling van een klacht
Nadat de klacht bij ons is ingediend, mag de accountant met een schriftelijk verweer reageren op de klacht. Daarna volgt een bespreking op een zitting. Als accountant oefen je een beroep uit waarin professionele oordeelsvorming en het professionele gedrag centraal staan. Het mag wat mij betreft dan ook meer gaan over het wat en waarom. Wat ging er mis en waarom is het fout gegaan bij de controle, het adviesrapport of samenstelopdracht? Waar was je professioneel kritische instelling? Was je naïef en hoe komt dat? Wat was je nou echt aan het doen, controleren of samenstellen? Hoe kan het zijn dat je de bedreiging van je integriteit of onafhankelijkheid niet hebt gezien?!

Waar was je niet-pluis gevoel? Dat is het intuïtieve gevoel van iedere professional gebaseerd op kennis, ervaring en context. Onmisbaar bij het herkennen van rode vlaggen. Het intuïtief en analytisch integreren van verschillende soorten kennis is onmisbaar voor iedere professional. Ook voor rechters/juristen die dat hun “rechtsgevoel” noemen. Medische tuchtcolleges beschouwen het niet pluis gevoel als onderdeel van de professionele standaard. Een niet pluisgevoel moet altijd leiden tot diagnostische vervolgstappen.

Professioneel gedrag van accountants is doorslaggevend voor de kwaliteit van het werk. Soms kan een accountant ons niet uitleggen aan welke beginselen/regels hij zijn handelen heeft getoetst. Maar gelukkig zien we ook gemotiveerde accountants, die van goede wil zijn en hun werk professioneel doen.

Wie kan een klacht indienen?
Het tuchtrecht is bedoeld om het niveau in de beroepsgroep op peil te houden, het werk te verbeteren. Klagers zijn een soort van toezichthouders op de sector. Vaker zijn klachten ingestoken vanuit eigen financiële motieven. Facturen die de klant niet wil betalen, een klacht levert altijd iets op. Ik ben verrast wie er zoal klaagt. In het medisch tuchtrecht kan alleen de patiënt of zijn naaste betrekking (familie) klagen. Tegen een accountant kan iedereen dat doen, zoals de (voormalig) klant, de aandeelhouder of investeerder, ook de buurvrouw als die iets heeft aan te merken op het handelen van de accountant.

Er zijn ook institutionele klagers namelijk het Openbaar Ministerie, de NBA en de AFM. De kwartiermakers hebben aanbevelingen gedaan als het om tuchtrecht gaat. Zij schreven in hun slotrapport “Druk en tegendruk”: “Voor een goede werking van het tuchtrecht is het belangrijk dat institutionele spelers tegendruk blijven uitoefenen door zware en principiële zaken ter beoordeling voor te leggen aan de tuchtrechters. Dit geldt wat ons betreft ook voor incidenten….”.

Incidenten, zoals de PE-fraude, doen afbreuk aan het maatschappelijk vertrouwen in de accountancysector. Ik ben benieuwd of we in 2024 een toename van het aantal klachten gaan zien!

Wensen voor de Accountancy
Als tuchtrechter zou ik het morele kompas van de accountant aan willen scherpen. Verankeren en internaliseren van kennis en kunde, ook op de werkvloer en in de professionele opleiding. Niet met repressieve, maar met preventieve maatregelen gericht op leren en verbeteren. Het arsenaal maatregelen dat de Accountantskamer bij een gegronde klacht kan opleggen wordt in de komende Wet toekomst Accountancysector uitgebreid. Ik vind dat een goede ontwikkeling! Als je de accountant waarschuwt, berispt of schorst, wordt het werk dan ook beter? Straks kunnen we als voorwaarde stellen dat de accountant een training moet volgen. Dat neemt niet weg dat de burger moet worden beschermd tegen ernstig disfunctionerende accountants.

De verandering en ontwikkeling van een “just (rechtvaardige) culture” in de zorg die ik heb gezien, kan ook de accountantssector wellicht inspireren. Het belang van met elkaar delen van cruciale informatie in het team, zonder angst voor negatieve repercussies. Onthullen van fouten zonder juridische dreiging. Een dergelijke cultuur is gericht is op het leren van fouten in plaats van het bestraffen daarvan. Dat heeft niet alleen positieve gevolgen voor de financiële veiligheid, maar ook voor de kwaliteit van opleiding en dienstverlening. Preventie en een goed opleidingsklimaat is alleen mogelijk als sprake is van een goed werkklimaat, dat weer onlosmakelijk verbonden is met een goed veiligheidsklimaat.

Opleiden, begeleiden, coachen van (jonge) accountants in hun ontwikkeling (tegenwoordig een leven lang leren) leidt tot verhoging van kwaliteit, dat is mijn overtuiging en daar draag ik graag een steentje aan bij.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *