Mathijs Brouwer

Opinie

BW-prijs winnaar 2023: De noodzaak van een herzien conceptueel model voor de controleverklaring

In een nieuwe serie vraagt The Accountables voormalig winnaars van de Brenda Westra Opinieprijs om weer de pen op te pakken. Wij zijn namelijk benieuwd: Wat is hun visie op de huidige stand van zaken? Heeft de sector iets gedaan met hun mening? En hoe kijken ze terug op de periode die is verstreken? We vragen ze te reflecteren op hun prijswinnende opinie, of deze juist verder te verdiepen. Een goede gelegenheid om weer van de prijswinnaars te horen. Mathijs Brouwer won in 2023 de Brenda Westra Opinieprijs met de opinie: “De nieuwe controleverklaring: een mislukte poging om inzicht te vergroten”.

Hoewel transparantie en verantwoording als essentiële bouwstenen voor financiële stabiliteit worden erkend, hadden de recente wijzigingen in de controleverklaring een veel dieper effect moeten hebben. Helaas hebben we met het invoeren van de wijzigingen in de controleverklaringen vanaf boekjaar 2022 niet meer dan een schim gezien van wat werkelijke verandering zou moeten zijn.  In 2023 werd mijn opinie “De nieuwe controleverklaring: een mislukte poging om inzicht te vergroten” bekroond met de Brenda Westra Opinieprijs [1]. De reacties op mijn stuk waren gevarieerd, maar één ding werd duidelijk: er moeten concrete stappen worden gezet om de kloof tussen accountants en gebruikers van financiële informatie te overbruggen en de transparantie te versterken. Maar hoe kunnen wij dit doen zonder het vertrouwelijkheidsbeginsel te schaden? Dat kan worden gerealiseerd door de controleverklaring opnieuw te conceptualiseren, waarbij de focus ligt op de differentiatie van de werkzaamheden met betrekking tot significante risico’s en bevindingen per gebruikersgroep.

Het staat mijns inziens buiten kijf dat de huidige controleverklaringen niet adequaat zijn in het verstrekken van een volledig inzicht in de uitgevoerde werkzaamheden en de bevindingen van de accountant. Zo wees ik er in mijn vorige opinie op dat de aanpassingen in de Standaard enkel hebben geleid tot standaard boilertemplates, waarbij gebruikers momenteel ook met vage terminologieën worden opgezadeld [1]. Om deze gebreken in de controleverklaring op te lossen, is het essentieel om de inhoud van de controleverklaringen opnieuw te conceptualiseren, met de nadruk op transparante communicatie en de vrijheid tot maatwerk bij accountants. 

Differentiatie in de controleverklaring naar belanghebbenden

Hoe kunnen we ware transparantie bereiken als we niet differentiëren in de verstrekte financiële informatie, wetende dat belanghebbenden variëren in hun behoeften en verwachtingen? Ik pleit er daarom voor om naast de werkzaamheden en bevindingen over fraude/continuïteit, ook  de werkzaamheden en bevindingen in de controleverklaring te differentiëren naar de verschillende gebruikers. Door maatwerk te leveren en specifiek in te gaan op de informatiebehoeften van bijvoorbeeld aandeelhouders, investeerders, ministeries, banken, crediteuren en andere belanghebbenden, kunnen we waardevollere en relevantere rapportages creëren die aansluiten bij hun behoeften. Hoewel dit kan leiden tot een toename van de omvang van de controleverklaring, stelt het gebruikers in staat om in één oogopslag relevante informatie te vinden. Deze specifieke aanpassing vraagt om een flexibel en aanpasbaar conceptueel model dat ruimte biedt voor maatwerk!

Het belang van significante werkzaamheden en bevindingen: meer ruimte voor rapportage

Om deze aanpak te laten slagen, moeten we meer ruimte creëren in de huidige wet- en regelgeving. Waarom worden accountants nog steeds beperkt in hun vrijheid om te rapporteren over significante werkzaamheden en bevindingen in de controleverklaring? Vertrouwelijkheid moet uiteraard worden gerespecteerd, maar dit betekent niet dat accountants geen ruimte moeten hebben om transparanter te zijn over de uitgevoerde significante werkzaamheden alsmede over hun bevindingen. Een mogelijke oplossing is om accountants meer vrijheid te geven in het opstellen van een samenvatting van de significante werkzaamheden, waarbij de nadruk ligt op de methodologieën die zijn toegepast en de redeneringen achter de beslissingen van de accountant. Hierbij valt te denken aan het opnemen van de overwegingen over welke controletendenties de accountant heeft toegepast bij significante risico’s. Bijvoorbeeld: Wat zijn de overwegingen geweest om de tendentie op het flatteren van de omzet te onderkennen? Door deze overwegingen op te nemen, stel je gebruikers in staat om te filteren welke informatie voor hen belangrijk is bij het nemen van beslissingen. 

Implicaties in de praktijk

Standaard 320 benadrukt specifiek dat oordeelsvormingen met betrekking tot aangelegenheden die van materieel belang zijn voor gebruikers van financiële overzichten, de gemeenschappelijke behoeften aan financiële informatie van de gebruikers als groep wordt overwogen. Het mogelijke effect van afwijkingen op specifieke individuele gebruikers wordt hierbij niet overwogen [2]. Niettemin; de accountant baseert de materialiteit op basis van een stakeholderanalyse  en houdt rekening met diverse belangen. Om een solide materialiteitsberekening op te stellen, neemt de accountant de behoeften van de verschillende stakeholders in overweging. Waarom blijven wij vasthouden aan een algehele materialiteit en overwegen wij niet om dit aan te passen naar een materialiteit voor elke geïdentificeerde gebruikersgroep? Uiteraard is het voor de accountant onmogelijk om “alle” gebruikersgroepen te identificeren, aangezien er sprake is van een controle voor het publieke belang. De accountant is echter wel in staat om de meest belangrijke gebruikers te identificeren, deze af te stemmen op de materialiteit en de overige gebruikersgroepen als totale groep te kwantificeren. Ik stel voor dat accountants de belangrijkste stakeholders  identificeren en voor hen een ‘eigen’ materialiteit vaststellen, terwijl de materialiteit voor de “overige” gebruikers gelijkgesteld wordt aan de laagste materialiteit van de belangrijkste geïdentificeerde gebruikers. De overwegingen hiervoor moeten transparant worden opgenomen in de controleverklaring.

Dit voorstel zou de volgende vragen kunnen oproepen: “Resulteert dit voorstel in een verkapte Standaard 4400-opdracht?” en “Wil dit betekenen dat de accountant per gebruiker een controleverklaring dient te verstrekken?” Het antwoord op de eerste vraag is ‘NEE’. Een standaard 4400-opdracht focust zich op een besloten groep waarbij de werkzaamheden van de accountant specifiek worden overeengekomen met de relevante gebruikers.  Mijn voorstel kan niet als een 4400-opdracht kwalificeren aangezien een wettelijke controle wordt uitgevoerd voor het publieke belang en niet specifiek voor één gebruikersgroep. Zo wordt in Standaard 320 momenteel ook niet van de accountant verwacht om de materialiteit af te stemmen met de gebruikers. Naar mijn mening moet de accountant met zijn professionele oordeelsvorming in staat zijn deze afwegingen zelf te maken. 

Mijn voorstel resulteert niet in meerdere controleverklaringen per specifieke gebruiker. De accountant geeft immers een controleverklaring af bij de jaarrekening als geheel. De voorgestelde aanpassingen resulteren enkel in meer transparantie richting de gebruikersgroepen, waarbij de significante werkzaamheden en bevindingen voor hen zijn gedifferentieerd. 

Ik ben mij er terdege van bewust dat dit voorstel mogelijke nadelen heeft waaronder a) hogere controlebudgetten, b) hogere verzekeringspremies, c) risico op toename van tuchtzaken en d) wijzigingen in de huidige Standaarden. Het realiseren van transparantie en het terugwinnen van vertrouwen in de accountant door de maatschappij heeft een prijskaartje. Gaan accountants deze uitdaging uit de weg omdat de kosten toenemen of vreest men dat het wijzigen van de Standaarden te complex is?

Een toekomstige visie: samen op weg naar transparantie

Het is duidelijk dat we een nieuwe weg moeten inslaan en dat een oppervlakkige aanpak niet meer volstaat. Om de poort naar ware transparantie te openen is het absoluut noodzakelijk om de Standaarden te herzien. Vasthouden aan oude paradigma’s is niet meer voldoende; er moet een verbinding worden geslagen tussen accountants en de gebruikers van financiële informatie. Dit kunnen we bewerkstelligen door de controleverklaring te differentiëren op de behoeften van specifieke gebruikers, waardoor meer inzicht wordt geboden. Ten slotte wil ik mij richten tot De Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). Hoewel er al stappen zijn ondernomen om het vertrouwen in de beroepsgroep te herstellen, hebben veel van deze inspanningen nog niet het beoogde effect gehad. Dit voorstel biedt een concrete kans om daadwerkelijk vooruitgang te boeken. Ondanks de toenemende kosten van de controle is dit een van de weinige oplossingen die het vertrouwen vanuit gebruikers in de accountant kan herstellen. Laten we transparantie niet alleen beschouwen als een doel, maar als een onmisbaar instrument om de fundamenten van vertrouwen te verstevigen en een duurzame relatie op te bouwen met de gebruikers van financiële informatie.

Dit stuk is geschreven op persoonlijke titel.

Literatuurlijst

[1] Brouwer, M.J. (2023). De nieuwe controleverklaring: een mislukte poging om inzicht te vergroten. The Accountables. https://www.theaccountables.nl/een-nieuwe-controleverklaring/  

[2] Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants. (2023). Handleiding Regelgeving Accountancy. Amsterdam (NBA), Standaard 320 – Materialiteit bij de planning en uitvoering van een controle

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *