Emma Maarsingh

Artikel

Accountant in hart, docent in ziel

Toen ik collega’s en klanten vertelde dat ik fulltime in het onderwijs ging werken, kreeg ik vaak één van de twee reacties: “Dat past echt bij je” of “Wat zonde van jouw kwaliteiten”. Die laatste opmerking vind ik nog steeds interessant, omdat het vooral iets zegt over hoe zij (misschien onbewust) naar het onderwijs kijken. Alsof kwaliteiten verloren gaan zodra je niet langer in de financiële wereld werkt. Tegelijkertijd moet ik eerlijk bekennen dat dit ook voor mijzelf een drempel was om de overstap volledig te maken. Niet omdat ik dat zelf geloof, maar omdat het me wél uitmaakt hoe anderen naar mij kijken. Helaas kijken sommigen anders naar een manager audit bij EY dan een docent accountancy op het hbo.

Toch heb ik vanaf het begin van mijn schooltijd altijd een groot ontzag gehad voor docenten, de goede dan. De docenten die de stof boeiend wisten te maken, studenten in beweging kregen en bovenal écht betrokken waren bij hun studenten. Daar zag ik een ander soort impact, namelijk op mensen zelf. Persoonlijke impact, die soms een leven lang kan doorwerken.

Misschien is dat ook precies de reden waarom het onderwijs altijd ergens in mijn achterhoofd is blijven hangen. Terwijl ik mijn carrière bij BDO en EY opbouwde en aan Nyenrode studeerde, bleef die gedachte terugkomen (al was het in eerste instantie niet op fulltime basis). Direct na het behalen van mijn RA-titel ben ik, naast mijn werk bij EY, op de vrijdagen begonnen met lesgeven aan Nyenrode. CAFA 2, lekker consolideren met de tweedejaars accountancy studenten. En ik vond het heerlijk om de ‘Emma’s’ van negen jaar geleden terug te zien: ambitieuze, leergierige studenten die precies stonden waar ik zelf ooit stond.

Na een aantal vrijdagen te hebben gevuld met lesgeven, merkte ik dat ik die dagen veel leuker begon te vinden. Om het concreet te maken (want daar hou ik van) formuleerde ik het naar mijn vrienden als: maandag t/m donderdag een acht (nog steeds een mooi cijfer), maar vrijdagen toch echt een tien. Toen de eerste collegereeks erop zat, die met de kennis van nu misschien nog niet de schoonheidsprijs verdiende, kreeg ik een mail van een studente die het vak bij mij opnieuw was gaan volgen na een aantal mislukte herkansingen. Ze bedankte mij voor de persoonlijke aandacht en uitleg die ik haar had gegeven en vertelde dat ze mede dankzij die hulp het tentamen had gehaald. Natuurlijk geloof ik vooral dat zij dit zelf had gedaan en dat ik slechts een zetje in de goede richting gaf, maar dit was wel wat ik als docent hoopte te bereiken. Hierna werd het duidelijk. Wat begon als een leuke aanvulling op mijn werk, groeide uit tot iets groters. Hierin wilde ik mij verder ontwikkelen. Ik geloof dat je het van nature wel of niet in je hebt om docent te zijn, maar een echt goede docent word je door de talloze uren aan ervaring. Als ik deze rol serieus wilde vervullen, moest ik de sprong wagen om volledig voor het onderwijs te kiezen.

Deze beslissing was één ding, maar het daadwerkelijk doen iets heel anders. Na jaren in de accountancy te hebben gewerkt, voelde het best spannend om dat achter me te laten. Dankzij een goed gesprek met mijn broer, waar ik hem nog steeds dankbaar voor ben, naar aanleiding van een vacature voor de accountancyopleiding van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, durfde ik de stap te zetten. Niet lang daarna werd ik aangenomen.

De keuze voor het hbo lag voor mij voor de hand. Door de manier waarop het onderwijs is vormgegeven, sta je veel dichter bij de studenten dan aan de universiteit. En niets mooiers dan een baan in je eigen stad, Nijmegen!

In oktober 2023 ben ik gestart en vanaf dag één voelde het als thuiskomen. Aan het begin was ik zoekende, maar ging ik wel elke dag met een grote glimlach naar werk. Inmiddels ben ik een veel stabielere docent, al blijft er genoeg te leren. Wat ik zo leuk vind aan mijn werk is de afwisseling en verbinding. In de accountancy vond ik niks leukers dat uitleg geven aan assistenten, maar merkte ik dat hier niet altijd genoeg tijd voor was. Hoe hoger ik in de boom kwam, hoe minder tijd er was om uitleg te geven en het werd ook een kleiner onderdeel van mijn taak. Nu is dit de kern van mijn werk, alleen dan voor de toekomstige accountants. Ook is iedere dag anders, want geen student is hetzelfde en geen vraag komt twee keer op precies dezelfde manier.

Het geeft ontzettend veel voldoening om te zien dat een uitleg eindelijk landt of dat je een student motiveert om net dat stapje extra te zetten. Daarnaast is er de persoonlijke connectie met mijn studenten. Ik stop veel aandacht in het écht leren kennen van mijn studenten en zie hun groei over de jaren heen. De tweedejaars studenten van toen ik begon, zijn nu vierdejaars en nauwelijks nog te herkennen. Het is bijzonder om te merken dat ik hieraan kan bijdragen, vaak verdergaand dan enkel op vakinhoudelijk vlak.

Daarnaast geef ik nog steeds, en inmiddels zelfs meer dan voorheen, les op Nyenrode. Dit is een bewuste keuze, omdat het een fijne afwisseling biedt ten opzichte van de HAN. Doordat de studenten op Nyenrode al werken, komen er hele andere vragen en gesprekken op tafel, wat het onderwijs op een ander manier uitdagend maakt. Bovendien vind ik het leuk om verbonden te blijven aan de universiteit waar ik zelf zo lang heb gestudeerd. Dit helpt mij ook weer in het begrijpen van studenten en neem ik dat perspectief mee in mijn lessen.

Mijn liefde voor de accountancy, en hierbij specifiek de controle, is nog altijd aanwezig en juist die vakken geef ik het liefst. Daarnaast heeft het lesgeven mij ook een betere accountant gemaakt. Eindelijk had ik tijd om eens écht in de HRA te duiken en externe verslaggevingsvraagstukken grondig uit te werken. Bij het maken van tentamens kan ik mijn creativiteit kwijt, wellicht ter ergernis van mijn studenten, maar daardoor word ik mij bewust in wat ik opschrijf en hoe antwoorden geformuleerd moeten worden.

Het beroep van accountant blijft een super gaaf beroep, anders had ik het ook niet bijna tien jaar met veel plezier gedaan. Door les te geven blijf ik verbonden met het vak, maar ik ben me er ook van bewust dat ik moet bijblijven met de ontwikkelingen binnen het beroep. Ik wil geen docent zijn die over tien jaar het echte werk niet meer begrijpt, dus investeer ik veel tijd en energie om mijn kennis up-to-date te houden. Tegelijkertijd accepteer ik ook dat ik gaandeweg wellicht meer een onderwijsspecialist word, in plaats van een diehard accountant, al zal de accountant in mij nooit verdwijnen.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *